Katoen, sisal en nylon
7 februari | Een paar dagen voordat de Ouwe dood ging zei hij: ik moet je toch nog wat vertellen voordat het te laat is. Net voor en net na de tweede Wereldoorlog gebruikten wij katoen en sisal, het keerwant wat we maakten zat onder sleep en een pond lood op een meter. Dat net het nylon op de markt kwam wist ik nog niet dat er één derde rek in zat, terwijl katoen en sisal kromp, rekte deze rommel. Toen heb ik het net maar andersom neergezet en het rek als elastiek gebruikt. Voortaan geen honderden kilo’s lood meer op je nek (de onderkant werd niet door lood maar door de rekspanning op de grond gehouden) en geen netten die meer verrotten konden.
Of de lezers van dit stukje hier iets van begrijpen, daar gaat het eigenlijk niet om. Waarom we een greep van dit soort verhalen opnoemen is om de manier van kennisoverdracht. Als wij zo’n verhaal horen vertellen hebben we er direct een beeld erbij en het is ook direct duidelijk voor ons. Al generaties lang wordt op deze wijze de kennis doorgegeven, wat voor ons de gewoonste zaak van de wereld is. Dit is naar de overheid toe niet uit te leggen, want alles wat niet op papier staat bestaat niet. Het is maar goed dat het Wadvissersgilde op papier staat, aars bestaan we niet.