Blauwe reigers-uitdrukking
7 september | De laatste tochten van de Zee Leeft hebben we gevaren met het mooiste weer van de wereld. Afgelopen donderdag was het een harde wind uit het noorden waar we niet helemaal op gerekend hadden. Toen we een dag later naar het Wad gingen om naar de kokkels en oesters te gaan waren de geultjes en glisjes bijna onherkenbaar veranderd. Dat zou je normaal niet zo merken, maar deze plekjes op het Wad kennen we als onze broekzak en we weten dan ook op de meter nauwkeurig waar de kokkels en oesters leggen. Wat ook leuk is om te zien dat als het weer weer opknapt het ook snel herstelt en weer terug komt zoals het was. Er waren wel veel kokkeltjes en wat oesters weggeblazen door de harde wind, deze overleven dit niet.
Langs de losse dam die voor de sluizen van den Oever legt zitten veel aalscholvers en lepelaars, de laatste tijd meer blauwe reigers en vorige week een zilverreiger. Deze ziet er het zelfde uit als een blauwe reiger maar dan is hij helemaal wit, in het Lauwersmeer zijn er meer van deze exemplaren. We zullen onze vogelkenner Ben Schrieken vragen of er meer te zeggen is over deze zilverreiger. Of het iets met albino’s te maken heeft weten we niet, maar daar de volgende keer meer over.
Als een blauwe reiger aan de waterkant onbeweeglijk naar het water staat te staren heeft hij de uitdrukking: “ik ben er niet”, deze houding en gezichtsuitdrukking hebben mensen die op de bus staan te wachten ook. Jeetje, hoe moet je nou bij het bushokje staan?