Zeesla
5 oktober | De laatste weken hebben we regelmatig hinder van zeesla, op z’n Wierings ‘floâp’. Wij vissen met ons sleepnetje achter het schip eigenlijk in het schroefwater en als dan het net volloopt met zeesla kan je geen kant meer op. Het sleepnet hangt als een ballon achter het schip aan, die dan ook niet meer te sturen is. Vervolgens pakken wij de zaklijn (dat is het touw dat aan het eind van het net zit) en halen het net omgekeerd aan boord, het lijkt wel het leeg schudden van een stofzuigerzak. Vangst hebben we dan niet en we moeten gewoon weer opnieuw met het net vissen om wat boven te halen. Enkele gasten kijken hun ogen uit, want dat kan je toch allemaal op je computer en fish-finder zien? Nou, wij niet dus. We maken, als het gaat om zeesla, vaak het vergelijk met de bomen op het land. Als je tussen de bomen woont en het wordt herfst en er vallen geen bladeren van de bomen is er wel iets aan de hand. Het is dus lastig, maar het hoort er gewoon bij.
Deze week stond in de krant het overlijden van de zeevaartschool-directeur. Zo’n 38 jaar terug stond één van ons voor deze directeur om zijn cijferlijst en het bericht om (misschien) over te gaan van hem in ontvangst te nemen. Deze man was van de zeevaartschool en wij van de visserijschool, daar zat al een niveauverschilletje in dus het werd spannend. De beste man las het rapport op en leek het meest op een driekwartsmaat in de muziek, hoger als een 3 kwam het niet. De leerling in kwestie had door de zenuwen ook nog zijn gulp pontificaal open laten staan zodat de directeur niet wist waar hij kijken moest. Na de opsomming van het spektakel kwam achter uit het lokaal (van één van de leerlingen met het geluid van boeeee) “hoogovens”. Dit komt uit de tijd dat de visserijschool nog een houten keet was onder de dijk van Den Helder.